Nederland in de vroege middeleeuwen

In de vroege middeleeuwen lag Nederland opnieuw aan de rand van het gebied waar het allemaal gebeurde: het Frankische rijk. Dat is wel heel erg saai voor ons.


Nederland in de vroege middeleeuwen

Meester Henk!! Hoe zag Nederland er in de vroege middeleeuwen uit ?

In het noorden (Groningen/Friesland) lag nog steeds een groot kweldergebied (groen in de kaart van Nederland). De mensen leefden hier op terpen. Maar de zee drong vaker en dieper het kweldergebied binnen. Hierdoor ontstonden grote binnenzeeën en stond het land in de winter op veel plekken onder water. De terpen moesten steeds hoger en hoger worden gemaakt. Zo ontstonden er dorpsterpen: terpen zo groot dat er een heel dorp op kon staan. Je kunt aan de naam zien welke dorpen een terpdorp zijn geweest: de namen eindigen op –um (Loppersum, Hollum) of op –wierde (Holwierde).

Het westen van Nederland bestond voornamelijk uit veengebied (bruin in de kaart van Nederland).  Achter de duinen hadden zich hoge veenheuvels gevormd. Het veengebied was begroeid met eindeloze rietvelden en enkele struiken en bomen. Trage veenriviertjes stroomden door het gebied. Er woonden geen mensen in dit gebied.
Pas vanaf 800 gingen er mensen in het veengebied wonen. De kolonisten groeven sloten en greppels om het water beter weg te laten stromen. Hierdoor verdroogde de bovenkant van de veen en was het geschikt voor akkerbouw. Maar door de verdroging daalde het veen. Het lage land werd zo nat dat het niet meer geschikt was voor de akkerbouw. Het werd weiland en de boeren hielden er beesten. De boeren trokken vervolgens dieper het veen in. Daar werden opnieuw sloten en greppels gegraven, etc.
Op deze wijze zijn de veengebieden in Holland en Utrecht ontgonnen.

Meester Henk!! Welke mensen leefden in dit gebied ?

In Noord- en West-Nederland woonden de Friezen. Het gebied was hoofdzakelijk geschikt voor veeteelt. De dieren werden in de eerste plaats gehouden voor wol en zuivel. Wol en zuivel waren belangrijk voor de handel.
De Friezen waren de belangrijkste handelaren van Noordwest Europa. Met zware schuiten roeiden zij over rivieren. De schuiten waren volgeladen met slaven, steen, wijn of aardewerk. Bij de kust werd de vracht op zeewaardige schepen overgeladen. Dan voeren de Friezen langs de kusten of direct over zee naar de markten in Engeland (York, Londen), Denemarken en Zweden. De Friezen waren de belangrijkste handelaren van de vroege middeleeuwen. In Londen van de 7e eeuw betekende het woord "Fries" handelaar.

Een belangrijke handelscentrum in Nederland was Dorestad. Dorestad lag ongeveer op de plaats waar nu Wijk bij Duurstede ligt. Alle handel over de Rijn naar en van Duitsland ging via Dorestad. Ook toen Friesland door de Franken werd veroverd, ging de Friese handel gewoon door.

Dorestad

Meester Henk !! Wat verhandelden de Friezen ?

Belangrijke handelswaren waren droog vlees, huiden, stokvis, aardewerk, glas en wol. Ook de Friese wollen stoffen waren belangrijk. Deze wollen stoffen waren in de vroege middeleeuwen zo beroemd dat Karel de Grote ze als cadeautjes aan belangrijke koningen gaf. Maar de belangrijkste handelswaar waren de slaven. Uit Engeland en Midden-Europa werden de slaven aangevoerd. Via Dorestad werden de slaven naar de grootste slavenmarkt van Europa gebracht: Verdun (in Noord-Frankrijk).
De slaven werden verkocht naar Zuid-Europa, Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Het oosten en zuiden van Nederland was bedekt met uitgestrekte bossen. De bossen vormden een onderdeel van een uitgestrekt bos die heel West-Europa bedekten. De bossen bestonden vooral uit loofbomen: eiken, berken, kastanjes en elzen. Soms werden de bossen onderbroken door rivieren, heidevelden of moerassen.
Ook waren er kleine open plekken in het bos. Daar stonden kleine boerderijtjes bij elkaar gehurkt.

Meester Henk!! Welke mensen woonden in die kleine boerderijtjes?

In het zuiden van Nederland leefden Germaanse stammen als de Chamaven, de Chattuariërs, Herulem en Warnen. Maar hun gebied werd al snel ingepikt door de Franken. Onder de Frankische koning Clovis (481-511) werd Zuid-Nederland door de Franken veroverd. Net als bij de Romeinen vormden de grote rivieren een grens. Nu met het koninkrijk Friesland en het grondgebied van de Saksen.

In Oost-Nederland leefden de Saksen. Dat vormde een deel van een groot koninkrijk waarvan het grootste deel in Duitsland lag.

Leefgebied van de Saksen

De Saksen kregen echter grote problemen met de Franken.(zie Karel de Grote) Het gevolg was een gruwelijke oorlog van 32 jaren. Uiteindelijk werden de Saksen verslagen en werd ook hun grondgebied een deel van het Frankische Rijk.

De Saksen leefden van de landbouw. Zij leefden in kleine nederzettingen. Hun akkers of huiskampen lagen dichtbij de boerderij. Hierop verbouwden zij graan, bonen en erwten. Maar hun akkerbouw was zo primitief dat de oogsten altijd klein waren. Dat veranderde toen zij verslagen werden door de Franken.
De Franken hadden het drieslagstelsel bedacht. Dat betekende dat het akkerland in drie stukken werd verdeeld. In het eerste jaar werd een stuk grond bebouwd met wintergraan (tarwe/rogge). Het tweede jaar met zomergraan (gerst/haver), bonen en erwten. In het derde jaar lag het stuk grond braak. Men verbouwde er geen gewassen. Meestal liep er vee om het onkruid en gras op te eten. Door het drieslagstelsel bleef de grond langer vruchtbaar.
De Saksen hielden ook vee: runderen, varkens, schapen en geiten. De dieren gebruikten het bos als weidegrond.
Een belangrijk onderdeel van het dorp was de brink. De brink was een weiland omringt met hekken.  ’s Avonds werden alle dieren hier verzameld. Daar waren de dieren veilig tegen de beren en wolven die door de bossen zwierven. De brink werd ’s nachts bewaakt door mannen met wapens.

Karel de Grote heeft ook Nederland opgedeeld in graafschappen. Belangrijke Friese en Saksische edelen kregen de titel van graaf en moesten uit zijn naam het gebied besturen. Vooral in de jaren na 800 kregen zij er een belangrijke functie bij: het land beschermen tegen de Vikingen. Op het kaartje zien jullie de verschillende graafschappen. Sommige namen zijn nog steeds bekend, anderen totaal niet.

Heb je nog een vraag? Mail dan naar meester Henk.

Literatuur:

Ben Speet, De Tijd van monniken en ridders. Zwolle, 2007.

Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 1. Haarlem, 1981.

H.P.H. Jansen, Middeleeuwse geschiedenis der Nederlanden. Utrecht, 1965

Michael Pye, Aan de rand van de wereld. Amsterdam, 2015

Meer lessen over de vroege middeleeuwen vind je hier:

De FrankenDe Franken

Karel de Grote Karel de Grote

Karel ende Elegast

Het leenstelsel Het leenstelsel

Horigheid Horigheid

Hoe Nederland christelijk werd. Hoe Nederland christelijk werd

Germaanse goden Germaanse goden

Monniken en kloosters Monniken en kloosters

Opkomst van de Islam Opkomst van de Islam

De Vikingen De Vikingen door Nils Roturier

De Woeste Vikingen

Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.

Februari 18, 2024

 

  
Terug naar Startpagina Vroege Middeleeuwen

 

 

 

 

 

Terp met meerdere boerderijen.

 

 

 

 

Dorpsterp

 

 

Ontginning van een veengebied

 

 

 

 

 

De leefgebieden van de verschillende stammen

 

 

 

 

Sieraad uit Dorestad

 

 

 

Graafschappen in Nederland

 

 

Aardewerk uit Dorestad

 

 

De afdeling Archeologie van de gemeente Rotterdam heeft uitzocht hoe men in de tijd van de Franken in Rotterdam hebben gesproken.

Taal in Rotta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar Startpagina Vroege Middeleeuwen