|
|||
In de vroege middeleeuwen leefden de meeste mensen op het platteland. Zij waren vooral boeren.In het begin van de middeleeuwen waren de boeren vooral vrije boeren. Vrije boeren bezaten een eigen bedrijf en waren eigen baas. Ook bezaten zij vaak allerlei rechten, zoals het recht op het vrije gebruik van de (al)gemene gronden. De gemene gronden waren vaak de woeste gronden (bossen, moerassen, etc.). De boeren maakten daar gratis gebruik van, bijvoorbeeld om in de bossen hout te mogen kappen of hun vee te laten grazen. Maar in de 5e en 6e eeuw veranderde dit. Er was in die tijd geen sterke Frankische koning die zijn edelen in bedwang hield. Frankische edelen waren berucht om hun vechtlust (en hun afkeer van wassen!). Zij bevochten elkaar op leven en dood om zoveel mogelijk macht te krijgen. De boeren waren voortdurend het slachtoffer van het geweld tussen de edelen. Als een bende soldaten voorbij kwam waren de boeren zwaar de klos: de boerderijen verbrand, oogst en vee gestolen en overal lagen doden. Roof en moord waren voor de vechtende soldaten heel normaal. De boeren konden zich niet verdedigen en zochten bescherming. De koning bood geen bescherming maar plaatselijke edelen wel. Zij boden bescherming aan de boeren. De boeren konden in tijden van gevaar schuilen op de hoeve van een plaatselijke edelman. Dit was meestal een versterkte hoeve. Dat was een grote boerderij met een palissade (=houten muur). Soms met een houten toren. Daar kregen de boeren bescherming. In ruil voor de bescherming gaven de boeren hun boerderij en grond aan de heer. Zij bonden zich aan de heer. Zij werden een horige.
Meester Henk!! Wat is een horige? Een horige was een halfvrije. Hij was geen slaafgemaakte maar was wel gebonden. Horigen waren gebonden aan het land van hun beschermheer. Horigheid betekent dan ook “aan de grond gebonden”. Zij mochten niet verhuizen. Niet alleen de horige boeren maar ook hun kinderen waren aan het land gebonden. Horigen werden bijeen gedreven in dorpen. Daar kregen zij een hut en een stukje land. Het land moesten zij bewerken om van te leven. Maar een groot deel van de oogst of veestapel was voor de heer. Ook waren de horigen verplicht om te werken op de boerderij van de heer. Voorbeeld: een horige boer in Zuid-Frankrijk moest iedere week twee dagen veldwerk doen op het land van de heer en één dag klussen. Ook was hij verplicht om in de winter 16 are land te ploegen. Van de omheining van het bouwland van de vroonhoeve moest hij elk jaar 10 meter onderhouden. Elke derde jaar was hij verplicht om 100 planken te leveren. Ook was hij verplicht om ieder jaar 126 liter wijn te geven voor het recht om zijn varkens in de bossen te laten. Daarnaast leverde hij ieder jaar drie kippen, 75 eieren en was hij verplicht om 28 dagen karrendiensten te verrichten. Meester Henk!! Waren er ook horigen in Nederland? Ja, ook in Nederland waren horigen. Vooral in Limburg en Brabant. In Noord-Nederland kwam het een enkele keer voor. Sommige kloosters hadden ook horigen. Die hadden zij gekregen als een geschenk. De Friezen waren en bleven vrije boeren. Zijn er nog vragen? Mail dan naar Meester Henk . Hij probeert je vraag zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Geraadpleegde literatuur: Ben Speet, De Tijd van monniken en ridders. Zwolle, 2007. Jacques Le Goff, De cultuur van middeleeuws Europa. Amsterdam, 1987 Meer lessen over de vroege middeleeuwen vind je hier: Hoe Nederland christelijk werd De Vikingen door Nils Roturier Nederland in de vroege middeleeuwen
Februari 18, 2024 |