|
|||
Welkom in het scriptorium. Het scriptorium is de belangrijkste werkplek in het klooster.In het klooster moeten wij niet alleen maar bidden. Wij moeten ook twee keer per dag werken want de heilige Benedictus heeft geschreven: "Niets doen is de vijand van de ziel." Soms werken wij op de landerijen of in de moes- en kruidentuin. Maar meestal schrijven wij boeken. Dat doen wij in het scriptorium. Het maken van een boek is een hele klus. Ik zal jullie vertellen hoe wij een boek maken. Papier is in de middeleeuwen onbekend. Daarom schrijven wij op perkament. Perkament wordt gemaakt van dierenhuiden. Vooral van de huiden van geiten en kalveren. Maar ook wel van schapen en lammeren. Elk boek begint dus met het slachten van dieren. Broeder Henk!! Het lijkt wel een offer! Ja, daar lijkt het op: een offer van dierenlevens voor het geschreven woord. De huiden worden schoongemaakt: het vet wordt er afgeschraapt en de huiden worden in een bad van gebluste kalk gelegd. Soms leggen wij ze ook in vaten met urine (= pis). Daar blijven zij een paar weken in liggen. Na enkele weken halen wij de huiden eruit en worden zij goed schoongespoeld. Dan worden de huiden op grote raamwerken gespannen om te drogen. De droge huiden worden op maat gesneden en dan pas kan het echte schrijfwerk bijna beginnen. De kopiist moet weten hoe de bladzijde eruit moet zien. Daarom worden met liniaal en potlood lijnen getrokken: hoeveel ruimte aan de kanten, hoeveel regels en hoeveel plaatjes komen er op een bladzijde. Als dit klaar is, dan pas kan de kopiist aan de slag. Hij snijdt zijn ganzenveer scherp en gaat heel netjes schrijven. De punt van de veer moet hij regelmatig bijsnijden. Want met een stompe punt is het slecht schrijven. Wij schrijven heel voorzichtig en netjes over. Wij mogen geen fouten maken! Een schrijffout krabben wij weg met een mesje en wij verbeteren de fout. Zo schrijven wij, regel voor regel, alles keurig over. Tot wij het hele boek hebben overgeschreven. En dat kunnen heel veel vellen perkament zijn! Dan is het de beurt voor de miniaturist. In het klooster is een broeder die prachtig kan tekenen en schilderen. Hij maakt prachtige plaatjes bij de tekst. De belangrijkste is de beginletter van elk hoofdstuk. Dat heet een initiaal. Daar maakt hij een compleet kunstwerkje van. Soms is het alleen de letter maar hij kan er ook een hele mooie tekening in maken. Ook maakt hij prachtige versieringen rondom de bladzijde. Een enkele keer maakt hij zelfs complete schilderijtjes. Maar dat is zo kostbaar dat hij dat maar zelden doet. Een mooi voorbeeld daarvan is Het getijdenboek van de Duc de Berry. (Klik een paar keer op de plaatjes en je ziet steeds meer details) Deze belangrijke edelman had dit boek als een cadeautje voor zijn vrouw besteld. Als alles is geschreven en getekend krijgt de boekbinder alle vellen perkament. Hij vouwt alle vellen en naait ze aan elkaar. Vervolgens maakt hij een kaft van hout en leer. Soms zijn de boekenkaften ook prachtig versierd met goud, zilver en edelstenen. Broeder Henk!! Wat voor boeken schrijven jullie? De meeste boeken die wij schrijven zijn voor eigen gebruik. Dus gebedenboeken en zangbundels voor in de kerk. Maar wij proberen ook onze bibliotheek uit te breiden. Daarvoor gaan er medebroeders op bezoek bij andere kloosters. Daar schrijven zij boeken over. Wij krijgen bezoek van monniken die bij ons boeken willen kopiëren. Sommige monniken blijven wel een jaar logeren. Soms krijgen wij opdrachten van vorsten en edelen om een boek te schrijven. Dat zijn meestal gebedenboeken of de Bijbel. Zij betalen daar heel veel geld voor.
Oktober 15, 2023
|