Het spijkerschrift

Meester Henk vertelt in deze les over één van de oudste schriften ter wereld. Het werd bedacht door de Sumeriërs in Mesopotamië, het huidige Irak.

Al rond 4000 v. Chr. gebruikten priesters en handelaren in Mesopotamië boekhoudingen. Daarin schreven priesters de inkomsten en uitgaven van tempels en de handelaren maakten een overzicht van hun inkomsten, uitgaven en voorraden. Zij schreven hun boekhouding in klei. Zij gebruikten daarvoor een beeldschrift.

Meester Henk!! Wat is beeldschrift?

Een beeldschrift is een schrift wat bestaat uit kleine plaatjes: pictogrammen. Als zij het woord koe schreven dan tekenden zij de kop van een koe. En het pictogram voor schaal was een tekening van een schaal. Bekijk de afbeelding maar eens goed.

Het schrijven van beeldschrift in klei heeft één groot nadeel; het is heel moeilijk om gebogen lijnen te maken. Schrijven gaat daardoor heel langzaam en moeizaam. Dat is niet erg zolang er niet al te veel geschreven hoeft te worden.
Maar vanaf 3300 v. Chr. gingen de mensen in Mesopotamië steeds meer schrijven en de teksten werden ook nog eens langer en moeilijker.  Daarom besloten de Sumeriërs, een volk uit Mesopotamië, om het beeldschrift te veranderen in een schrift wat bestond uit abstracte tekens. De tekens bestonden alleen uit korte, rechte lijntjes. Ze maakten die lijntjes met een stift van riet. De stift of stylus werd in een driehoek gesneden. Als je daarmee in een kleitablet strepen maakte, ontstonden lijntjes met een driehoekig kopje: de spijker. En daarom spreken wij van het spijkerschrift.

In het begin was het spijkerschrift heel moeilijk. Sommige tekens waren lettergrepen. Andere tekens waren een aantal lettergrepen bij elkaar en nog andere tekens waren hele woorden. Het spijkerschrift kende in het begin wel 600 (!) tekens. Dat maakte het schrijven en lezen van een kleitablet behoorlijk ingewikkeld.

Meester Henk! Schreven alle mensen in Mesopotamië het spijkerschrift?

Nee, de meeste mensen konden niet schrijven. Dat gebeurde door mensen die ervoor geleerd hadden. Deze mensen, meestal mannen, waren als kind opgeleid tot klerk.
Het eerste wat een jongen leerde tijdens de opleiding tot klerk was het maken van een kleitablet en hoe je een schrijfstift of stylus moet vasthouden. Dan begon de leerling met het leren schrijven. Op losse stukjes klei leerde hij een mooie “spijker” te schrijven. Vervolgens leerde hij de basislijst met tekens.

Kende hij alle basistekens uit zijn hoofd dan moest hij duizenden verschillende Sumerische woorden leren. Deze woorden bestonden vaak uit meerdere tekens.
Het aan elkaar schrijven van de spijkers om woorden te vormen leerden de kinderen door eindeloos namen te schrijven. Vervolgens moesten alle tekens uit het hoofd geleerd worden. Dat deden ze als volgt: de leraar schreef een stuk tekst op één kant van een kleitablet. De leerling bestudeerde de tekst en de tekens zorgvuldig. Hij keerde het kleitablet om en probeerde de tekst zo goed mogelijk na te schrijven. Het laatste wat de leerling moest leren waren Sumerische wetteksten en literatuur. Dan was hij een klerk, een dubsar. Een beroep met aanzien.

Rond 1400 v. Chr. werd het spijkerschrift een stuk gemakkelijker. Het alfabetisch spijkerschrift werd uitgevonden. Nu kreeg elke klank een teken en hadden ze aan 31 tekens genoeg. Vanaf dat moment werd het spijkerschrift een groot succes. In het hele Midden-Oosten werd het spijkerschrift gebruikt.

Meester Henk!! Waarom toen pas?

Als je klanken kunt vangen in letters is het onbelangrijk welke taal je spreekt. Als je de tekens voor de klanken maar hetzelfde houdt.  Hetzelfde is gebeurd met de Romeinse lettertekens. Wij gebruiken het teken o voor de klank o. Dat doen ze ook in Duitsland of in Portugal.

Het spijkerschrift was ontstaan om handelsactiviteiten vast te leggen en daarvoor zijn getallen belangrijk. Daarom hadden alle cijfers in het spijkerschrift een eigen teken. Maar de Sumeriërs hadden al snel door dat niet ieder getal een aparte teken nodig heeft. Je kunt hogere getallen ook samenstellen door lagere cijfertekens samen te voegen. Dus het teken voor 56 bestond uit het teken voor 50 en het teken voor 6.

 

 

Vragen? Stuur ze naar meester Henk.

Bron:

C.B.F.Walker; Spijkerschrift. Houten, 1990.

 

.Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.

18/02/24
  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe werd het spijkerschrift geschreven.